Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar aan de zonen der [11]bijwijven, die Abraham had, gaf Abraham geschenken; en zond hen weg van zijn zoon Izak, terwijl hij nog leefde, oostwaarts naar [12]het land van het Oosten. 11. Van het woord bijvrouwen, zie boven, hfdst.22 vs.24. Versta door deze bijwijven Hagar en Ketura, hoewel zij ook vrouwen genoemd worden. 12. Versta, de landen oostwaarts van Kanaan gelegen, als Arabie en Groot- Azie, enz.